Profiel updaten met SSO
Eformity.net beschikt over de mogelijkheid om het medewerkerprofiel van een gebruiker tijdens het inloggen te vullen met gegevens van de authenticatievoorziening. Dit garandeert dat een gebruiker altijd minimaal één medewerkerprofiel heeft om mee te werken.
Vereisten
- Single Sign-on wordt gebruikt voor het inloggen (op basis van AD, ADFS of SAML).
- De medewerkersdatabase moet ingesteld zijn als 'Persoonlijke database' zodat de records van een bepaalde gebruiker zijn.
- Het systeem moet weten wat de medewerkersdatabase is (in te stellen via de e-mailinstellingen).
- Optioneel, maar wenselijk: de medewerkersdatabase bevat een veld 'IsDefault' van het type 'Boolean' zodat het systeem weet welk record up-to-date gehouden moet worden.
Stap 1: Medewerkersdatabase instellen bij e-mailinstellingen
Als je gebruikmaakt van de e-mailhandtekeningfunctionaliteit van eformity.net, staat dit waarschijnlijk al goed ingesteld. Als dit niet het geval is, kun je deze stap niet overslaan. Log in met je persoonlijke gegevens op jouwbedrijfsnaam.eformity.net.
Stap 1.1.: Navigeer naar 'Mijn abonnement'
Klik eerst op het tandwielpictogram om naar het 'Mijn abonnement' gedeelte te gaan. In de onderstaande afbeelding is dit pictogram omcirkeld.

Er verschijnt nu een nieuw element aan de rechterkant van de pagina. Klik in dit nieuwe element op 'Mijn abonnement' om het abonnementsgedeelte te openen.

Stap 1.2.: Het bewerken van de e-mailinstellingen
In het 'Mijn abonnement' gedeelte kun je de e-mailinstellingen bewerken. Klik hiervoor op 'E-mail instellingen' in het menu.

Een nieuwe pagina opent. Klik op de knop 'Bewerken' in het e-mailinstellingen overzicht. Vul bij 'Tabel voor werknemers' de juiste tabel in.

Stap 2: Mappings instellen
Om de juiste gegevens in de correcte medewerkervelden te krijgen, moeten mappings aangemaakt worden. Met deze mappings kun je per veld aangeven hoe deze gevuld moeten worden.
Let op!
Deze mapping wordt altijd uitgevoerd. Als er al een waarde is ingevuld, wordt deze overschreven (update), ook als het een lege waarde betreft.
Stap 2.1.: Navigeer naar 'Systeembeheer'
Log in op de webomgeving van eformity en navigeer naar het 'Systeembeheer' gedeelte door te klikken op het hamburger-menu pictogram.

Een nieuw element opent aan de linkerkant van de pagina. Klik op de tegel met de titel 'Systeembeheer' om het systeembeheer gedeelte te openen.

Stap 2.2.: Identiteitsprovider selecteren
Klik op 'Identiteitsproviders' in het menu om het overzicht van de verschillende identiteitsproviders te openen. Selecteer de juiste provider door erop te klikken.

Klik in het nieuwe element op de blauwe knop 'Bewerken' in het 'Mappings' gedeelte. Dit is in de onderstaande afbeelding omcirkeld.

Om de mappings toe te voegen klik je in het nieuwe element op de knop 'Toevoegen'. Dit is in de onderstaande afbeelding omcirkeld.

Je kunt nu een mapping toevoegen door op de knop 'Toevoegen' te klikken. Er zijn twee verschillende soorten mappings: 1-op-1 en expressies.
- 1-op-1: De waarde van het opgegeven attribuut wordt 1-op-1 doorgezet naar het veld in de database. Geef als 'Naam' de naam van het databaseveld op en als 'Expressie' de naam van het attribuut.
- Expressies: Gebruik expressies wanneer een 1-op-1 overzetting niet volstaat. Hiermee kun je bewerkingen uitvoeren met de gegevens, zoals het aan elkaar koppelen van meerdere gegevens.
De basis van expressies in mappings
Gegevens aan elkaar koppelen kan met of zonder tussenkomst van een scheidingsteken, bijvoorbeeld een spatie.
Twee gegevens direct aan elkaar koppelen:
=Properties.GetProperty("givenName") + Properties.GetProperty("sn")
Twee gegevens aan elkaar koppelen met een spatie er tussen:
=String.Join(Properties.GetProperty("givenName"), Properties.GetProperty("sn"), " ")
Gegevens formatteren
Je kunt formattering toepassen op gegevens die worden overgezet. De twee mogelijke formatteringen zijn:
- Letters scheiden met tussenliggende punten;
- Alleen tekst voor streep gebruiken.
Vertaalt waarde 'ABC' naar 'A.B.C':
=String.FormatOperation(0, Properties.GetProperty("initials"))
Vertaalt de waarde 'naam1 - naam2' naar 'naam1':
=String.FormatOperation(1, Properties.GetProperty("sn"))
Gegevens in een andere database opzoeken
Niet alle gegevens staan in dezelfde database. De afdeling van de medewerker kan bijv. een verwijzing naar de afdelingen database zijn. Voor een dergelijke verwijzing moet de key van de afdeling worden opgehaald o.b.v. de waarde van het attribuut.
Haalt het 'Id' van de afdeling op uit de database 'Department' door deze op te zoeken o.b.v. het veld 'Description' met de waarde van het attribuut 'department'.
=Datasources.Lookup("Department", "Description", Properties.GetProperty("department"), "Id")
Stap 3: Functionaliteit aan zetten
De laatste stap is het inschakelen van de functionaliteit om profielen bij te werken met SSO. Dit doe je weer in de webomgeving van eformity. Klik op het hamburger-menu pictogram.

Stap 3.1.: Navigeer naar 'Systeembeheer'
Je hebt zojuist weer het menu van de verschillende tegels geopend. Klik op de tegel met de titel 'Systeembeheer' om dit gedeelte te openen.

Stap 3.2.: 'Bijwerken profiel' inschakelen
Klik op de 'Identiteitsproviders' optie in het menu. Kies de juiste identiteitsprovider door erop te klikken.

Klik op de bovenste blauwe knop 'Bewerken' om de optie 'Bijwerken profiel' in te schakelen. Deze knop is in de onderstaande afbeelding omcirkeld.

Een nieuw scherm opent aan de rechterkant van de pagina. Vink de optie 'Bijwerken profiel' aan om het profiel te updaten met SSO.
